liesentim.reismee.nl

Auf Wiedersehen Nieuw-Zeeland (Wanaka, naar de glaciers tot Christchurch)

Dag 167 rijden we naar Wanaka via Arrowtown en de pas langs Cardrona die steil de berg opslingert om daarna tussen 2 bergreuzen in verder te rijden. Na veel kronkelen komt het diepblauwe meer, met op de achtergrond de besneeuwde bergen van Mt Aspiring, van Wanaka in zicht. De zon schijnt vandaag terug volop en in de namiddag genieten we er van met een goed boek en een lekker ijsje erbij. In Wanaka (5000 inw) is er wel een supermarkt, de enige tot in Greymouth (465 km verder), en daarom slagen we een grote voorraad in voor komende dagen.
De volgende dag voorspelt men neerslag in de namiddag, dus we zijn vroeg op pad naar Mt Aspiring National Park zodat we de regen voorblijven. De weg er naar toe loopt via meren en bergen, en ook Mt Aspiring zelf - die wat op de Matterhorn lijkt - zien we hier goed liggen. De laatste 30 km van de weg is onverhard met overal 'cattle stops': dit betekent dat we tussen de schapen en koeien rijden die af en toe de weg blokkeren en grappig wegspringen wanneer we dichterbij komen. De laatste 10 km moeten we zelf enkele riviertjes doorkruisen om er te geraken, brrr. Wanneer we arriveren en onze info-brochure van alle wandelingen hier nog eens lezen, zien we dat er zelfs in vermeld staat dat de weg enkel toegankelijk is bij goed weer. Wanneer de rivieren te hoog komen te staan, kan het zijn dat je niet meer terug door kan met de auto. Geen getaffel dus vandaag! Toch nog ook even vermelden dat vandaag de spin die in onze zijspiegel woont, zich voor het eerst helemaal liet zien: ze kwam waarschijnlijk kijken of haar web nog heel was na al dat gebibber. En ook Tim geeft nu toe dat het maar een vies geval is. Ze is echter veel te snel en als we ze willen vangen, verdwijnt ze weer snel achter de spiegel. Vandaag wandelen we de Rob Roy Valley Track die naar de gletsjer gaat. De klim er naar toe is moeilijk en steil - niet zo 'easy' dus als de lonely planet belooft. We passeren een swing-brug, watervallen, rivier, bos en ten slotte een grote gletsjer boven een wei vol gele bloemen. Sehr schon! Ook hier horen we plots een gedonder (alsof je in de verte een vliegtuig hoort) en van heel dichtbij zien we een stuk van de gletsjer breken en een kleine sneeuw-lawine erbij. Helaas ook minder goed nieuws: het is beginnen regenen en we moeten nog heel het stuk terugwandelen voor we kunnen vertrekken. We haasten ons de berg af, springen kletsnat in de auto en hopen dat de riviertjes nog niet te veel gestegen zijn. De 4x4 die we hadden in Tibet had hier ook goed op zijn plaats geweest. We geraken er gelukkig nog vlot door (Lies is dan ook een uitstekende chauffeur) en we belonen onszelf met een capuccino en een frambozen-chocolade muffin.

Dag 169 rijden we onder een stralende zon Wanaka uit. Eerst langs Lake Hawea, daarna terug langs Lake Wanaka. We genieten van het uitzicht van die prachtige blauwe meren met bergreuzen op de achtergrond. Al gauw rijden we die bergen in over de Haast Pass. We rijden tussen berg en woud en houden een korte stop bij de Fantail Falls (geen grote wandelingen vandaag, eerst nog recupereren want we hebben de voorbije dagen heel wat km's afgewandeld) en bij the Gates of Haast waar het water door de ravijn raast. De weg gaat daarna verder door een riviervallei en wanneer we Haast passeren, rijden we door regenwoud en komt bij Knight's Point (waar we ook voor de eerste keer mogen meemaken hoe goed de zandvliegjes kunnen bijten) de Tasman Zee terug in zicht. We stoppen nog even bij Lake Paringa voordat we terug de bergen in rijden richting Glacier Country. Helaas hangen er wolken aan deze kant van de bergen, dus zien we geen gletsjers opduiken wanneer we het dorp Fox Glacier binnenrijden. Hoewel we het vandaag rustig aan gingen doen, besluiten we toch nog naar de gletsjer te rijden aangezien men voor morgen ... regen voorspelt. De gletsjer zelf ligt achter de berg, de hoek om, en deze is gelukkig nog wolkenvrij. We zien Fox Gletsjer goed liggen en kunnen tot op 80m wandelen. Op de terugweg zien we nog lange tijd grote blokken ijs in de grijze rivier liggen. Het water moet hier ijskoud zijn. We gaan ook nog kort zien bij Lake Matheson, maar - langs deze kant hangen immers de wolken - er is niets te zien, dus dat houden we voor morgen.
20u15: Lies wandelt even naar de auto en ziet dat de wolken zo goed als verdwenen zijn. Grote opwinding! We besluiten in volle vaart richting Lake Matheson te rijden: misschien dat we toch eindelijk Mt Cook en Tasman volledig te zien krijgen ... We wandelen in sneltempo rond het meer (via een bospad, dus het is wachten tot een lookout om iets te zien) en worden beloond met een prachtig zicht: de besneeuwde toppen van Mt Cook en Mt Tasman, wolkenloos, die in het meer weerspiegeld worden terwijl de zon ze geel, oranje en roze kleurt. Prachtig! En dan beseffen we het: in alle comotie zijn we de iPod vergeten die aan het opladen was. In grote vaart dus verder het meer rondgewandeld, in het bos dat ondertussen al pikkedonker is, om hem gelukkig nog terug te vinden op de camping. Oef!

Ook de volgende dag start wolkenloos dus rijden we nog eens richting Lake Matheson. We rijden eerst wat verder door omdat je van daaruit een groter deel van de bergen en de gletsjers ziet liggen. Ook de bergenpracht van Mt Gunn ('the lichting of the beacons') zien we van hieruit liggen. Dichterbij kunnen we helaas niet geraken, daarvoor hebben we een helicopter nodig. Aan het meer drinken we nog een capuccino (we slapen in een auto he, de nood aan een dagelijkse koffie is er wel) terwijl we Mt Cook en Tasman bewonderen.
Daarna rijden we verder naar Franz Josef Glacier waar we ook al een keer tot de gletsjer wandelen en we bereiden ons vervolgens voor op onze tocht van morgen op de gletsjer: eitjes bakken voor op de bokes. 's Avonds begint het echter te regenen en te gieten en het houdt niet meer op, zodat we de volgende morgen besluiten onze gletsjer-tocht een dag te verzetten: 6u in de regen op de gletsjer zien we niet zitten. Dus het is een dag van terug in bed kruipen, koffie drinken en blog bijwerken. En ondertussen blijft het regenen (tja, het regenwoud aan de Westkust moet ergens van komen), heel de avond, heel de nacht en ook nog wanneer we 's morgens opstaan. Met wat tegenzin vertrekken we voor een tocht op Franz Josef Glacier. We worden goed aangekleed (regenbroek, regenjas, kousen, schoenen, handschoenen, muts en crampons (voetijzers voor in het ijs)) en wanneer we richting gletsjer wandelen, zien we dat de rivier - die vanuit de gletsjer vertrekt en die eergisteren nog een smalle stroom was - woest kolkt en bijna over haar bedding komt, er liggen zelfs al ijsblokken op de weg. We krijgen eerst uitleg over het ontstaan van de gletsjer en hoe het komt dat hij nog frequent vordert (20 tot 40 meter sneeuwval per jaar) of kleiner wordt. De gletsjer ligt maar 200m boven zeeniveau en kan bovendien tot 6m groeien of krimpen per dag, hij is momenteel 5km lang (de sneeuwvlakte boven de gletsjer niet meegerekend) en wij gaan ongeveer tot halverwege wandelen! Wanneer we effectief de gletsjer op gaan, is het gelukkig gestopt met hard te regenen en miesert het enkel nog. De tocht gaat veel trager dan verwacht: het padje - over het ijs, tussen kloven, op en af bergjes, langs spleten - wordt immers terplekke uitgehouwen door de gids. De crampons geven wel een goede grip over het ijs, hoewel het soms wat wiebelachtig en moeilijk is (het is ook niet geruststellend als je een spleet passeert die 150m diep kan zijn). We persen ons door smalle gleuven, klimmen steile uitgehouwen trapjes op en af, passeren stroompjes water, ... Alles rondom ziet wit en het is verbazend hoeveel relief het ijs heeft, het komt soms meters boven ons uit. Nu pas merken we ook echt hoe groot de gletsjer is en hoeveel kleur het ijs kan hebben (wit, maar ook blauwig, of doorzichtig en waterig). Rond 14u stopt het zelfs met regenen en beginnen we terug aan de afdaling, die op en neer gaat en ook vele veiligheidslijnen passeert. We eindigen met een doortocht door een smalle en wel 20m hoge kloof! Een geslaagde dag, zelfs de regen viel mee en op de terugweg zien we ook nog berggeitjes aan de rand van het bos staan. We eindigen deze dag in de hotpools (36, 38 en 40 graden) om heerlijk te ontspannen en terug op te warmen.

Voor we 's morgens afscheid nemen van Glacier Country, kunnen we nog een laatste blik werpen op alle besneeuwde bergtoppen voor ze terug in de wolken verdwijnen die weeral komen aanzetten. De vroege start wordt die ochtend vertraagd door 2 telefoontjes naar Qantas (poging om data te verzetten), maar om 10u30 kunnen we dan toch vertrekken. We rijden langs bergen, regenwoud en kustgebied naar Greymouth voor inkopen te doen, lunchen in de auto want dit is sandfly-gebied en draaien dan terug om via de Arthur's Pass over te steken richting Christchurch. We worden verwelkomd door indrukwekkende bergen, de Otari Gorge en enkele nieuwsgierige Kea's. In het dorp Arthur's Pass informeren we naar de weersomstandigheden voor morgen wanneer we onze laatste dagwandeling zullen maken (hopelijk zonder regen en wolken) en we genieten 's avonds van een haardvuur (het is hier in de bergen een stuk kouder) in YHA en slapen we voor de laatste keer in onze Jucy.
Dag 174 start met enkele wolkjes, maar we zien ook blauwe lucht en het DOC-info centrum belooft ons dat het weer verder zal opklaren. Ideale omstandigheden dus voor een klim van 1100m(!) naar Avalanche Peak (die op 1833m ligt). We laten onze gegevens achter (als ze morgenvroeg voor 8u niets van ons gehoord hebben, komen ze ons zoeken) want in de bergen weet je nooit en het zal geen simpele tocht worden ... en dat is een understatement: de tocht gaat niet steil omhoog, maar recht omhoog - meer klimmend dan wandelend. Elke paar passen komen we even op adem voor we aan de volgende klim beginnen. Na 1u zijn we 325m gestegen en na 1,5u komen we aan de boomgrens (1300m): Wauw! Wat is het zicht hier spectaculair ... en we zijn nog niet eens aan de top! Even denken we dat de weg van hieraf gemakkelijk zal gaan, maar we moeten nog 500m doen en de weg blijft steil stijgen over rotsen en smalle paadjes. Het uitzicht blijft prachtig en al gauw komt er ook sneeuw in zicht. En overal om ons heen groeit edelweiss! Zelfs op de kaalste en steilste rotswanden floreren deze bloemetjes hier. De laatste meters gaan klimmend over een smalle bergkam van bijna-zwarte rots met witte edelweiss op (mooi mooi) en het zicht op de top is schitterend! Bergen, valleien, sneeuw, bossen, rivieren, ... in een 360graden-panorama. We eten er onze bokes met ei op (de chocolade zijn we vergeten) in het gezelschap van 4 kea's (die mooi poseren, hopend op wat eten) en blijven genieten van het uizicht dat we overal rondom hebben en zelfs volledig wolkenloos voor de verandering. Wat een mooie afsluiter van NZ!
De afdaling gaat langs Scotts Track, dat iets minder steil is, maar met overal losse stenen en toch ook behoorlijk wat klauterwerk (maar dan dalend nu). Onze voeten zien af en we missen onze botinnen die we na Nepal naar huis hadden gestuurd (en die we gezien de moeilijkheidsgraad van de wandeling eigenlijk aan hadden moeten hebben). We dalen af door zeer mooie landschappen, paadjes door alpinegras en -bloemen, rondom besneeuwde bergtoppen, bossen, watervallen, ..., voor we terug de boomgrens induiken. De tocht is nog lastig (uitschuiven, klauteren, een stroompje over het pad, ...) en pijnlijk aan onze voeten, maar wat hebben we genoten!
Om 15u50 staan we terug benenden (en begrijpen we waarom deze tocht enkel voor ervaren trekkers is), gaan we langs DOC om te laten weten dat we goed en wel terug zijn en ... eten we een stuk chocolade voor we doorrijden naar Methven.

We laten even de bergen achter ons, ze maken plaats voor vlak land en groene weiden (met schapen) ... maar de bergen zijn hier nooit ver weg en wanneer we in Methven arriveren hebben ze ons al terug ingehaald. We slapen er in Alpenhorn, gezellig en huislijk met een warme douche, veel tijgerbalsem en lekkere spaghetti (want dat zullen we in Frans-Polynesie wel niet zo gemakkelijk vinden). 's Morgens zoeken we terug al onze spullen bijeen uit de auto, die moeten we straks immers inleveren, en we rijden voor de laatste keer door dit mooie land. De bestemming voor vandaag is Mt Sunday (Edoras): iemand noemde deze plaats ooit Erehwon en deze naam (voor wie hem kan ontcijferen) zegt alles: een uitgestrekt landschap in gelige tinten, omringd door reuzachtige (besneeuwde) bergen, doorkruist met riviertjes en geen mens in de buurt. Buiten de (roof)vogels, insecten, rivieren (en een enkele koe) hoor je geen geluiden. Je bent er echt, zoals Erehwon zegt, in een afgelegen niemandsland. We wandelen een klein stukje naar Mt Sunday en steken zelfs een riviertje over ... maar de volgende rivier is te diep en te breed dus moeten we terugkeren. We rijden nog even verder richting de sneeuw (die echter onbereikbaar ver ligt) en eten er onze bokes op terwijl we genieten van het uitzicht en onz verbazen over de ruige leegte ... of is het het naderend afscheid van NZ waardoor het zo lijkt?
In de namiddag rijden we naar Christchurch waar we na 5735 km onze auto binnenbrengen. We eten waarschijnlijk voor de laatste keer op de reis Belgisch: en de frietjes met mayonaise van het Belgian Beer Cafe zijn de beste die we deze maanden al hebben gegeten. We hebben nog 2 dagen op Christchurch te verkennen ... daarna vliegen we naar Auckland en van daaruit naar Frans-Polynesie en komen we al zo'n 2500km dichter bij huis.

Nieuw-Zeeland was fantastisch en het afscheid valt ons toch wel moeilijk. We hebben woorden te kort om alles te beschrjiven: hoeveel kleuren blauw (of zelfs wit of grijs of groen (of oranje in Rotorua)) het water kan hebben, de kleuren groen tot geel van de weien en de bossen, de verschillende bergen (steil, bol, groen, grijs, donker, besneeuwd, ...), de vele verschillende stranden met wit tot zwart zand, de soorten wouden, alle dieren en de vogeltjes die heel goed weten waar alle ramen, deuren en kieren zijn om even binnen te komen om naar kruimels te zoeken, ... Maar we zeggen geen vaarwel, wel Auf Wiedersehen!

Nieuw-Zeeland: magie van Fiordland tot Mt Aspiring (en verder)

Dag 161 verlaten we Catlins en we vervolgen de Southern Scenic Route: eerst nog langs de kust, daarna het binnenland in (o.a. langs de sausage capital van NZ: Tuatapere) waar al gauw de eerste bergen van Fiordland in zicht komen. In de zon zien de valleien en de bergen er groen, groots en prachtig uit. We tellen vandaag ook veel roofvogels onderweg: 10 (meestal zien we er gemideld 2/3 per dag). We zijn echter geen al te goede ornithologen dus we kunnen jullie helaas niet vertellen de welke het allemaal zijn.
We rijden eerst naar Lake Monowai voor een korte wandeling door groen bos en langs het prachtig blauwe meer. Lake Manapouri is zelfs nog indrukwekkender met steile, hoge, groene bergen op de achtergrond, die mooi weerspiegelen in het water. We slapen in Te Anau, aan Lake Te Anau, onze uitvalbasis voor Milford Sound.

We lijken nooit lang aan de regen te kunnen ontsnappen. De weg naar Milford Sound is majestueus, maar regenachtig en grotendeels in de wolken. We rijden door valleien omringd door steile bergen, dichte wouden, langs rivieren en voorbij sneeuw en gletsjers. Vanop de loodrechte bergwanden vertrekken veel watervallen, toch 1 positief gevolg van alle regen. Bij de stop aan Homer Tunnel zitten ook 2 Kea's zich vol te proppen met kruimels en ze poseren mooi voor onze foto's.
In de namiddag regent het zo hard dat we onze wandelingen een dag uitstellen, we spenderen een namiddag in de zetel in de Milford Sound Lodge waar enkel een open haard nog ontbreekt.

Wanneer we de volgende dag opstaan, stellen we tot onze grote tevredenheid vast dat de zon volop aan het schijnen is. De cruise op de Milford Sound (zeeëngte) is schitterend: de fjord (want het is eigenlijk geen zeeëngte) wordt omringd loodrechte bergen, gletsjers en watervallen waar her en der nog een wit wolkje doorheen zweeft. De watervallen bulderen na alle extra regen en de zeehonden zonnen op een rots.
Ook op de terugweg naar Te Anau is er veel meer te zien nu er geen regenwolken meer hangen: wat een prachtige natuur hier (we maken ontzettend veel fotostops). We wandelen door een beukenbos, dat volledig groen ziet van het mos dat de bomen volledig bedekt, naar The Chasm waar de rivier door een rotsspleet wordt gestuwd de afgrond in. Daarna houden we een fotostop bij het lieflijke Gertrude Valley, voor we naar de watervallen van Lake Marian wandelen. We doen een klein stukje van de Hollyford Track tot de Humboldt Falls en de lookout over de Hollyford Valley laat vandaag meer zien dan alleen maar wolken. We eindigen in schoonheid met een 3-uur durende tocht naar Key Summit: wanneer het pad het beukenbos verlaat en het bos plaatsmaakt voor alpinebegroeiing, is het uitzicht fenomenaal! We zien alle valleien rondom ons, bos, bergen, meren, gletsjers en watervallen, ... WAUW!!! Vandaag is zeker 1 van de hoogtepunten van Nieuw-Zeeland (alleen Tim zijn salamipizza van 's avonds niet).

De volgende dag start helaas terug met grijze wolken en wat regen. We zouden graag nog blijven en meer zien, maar 500$ voor een tocht door Doubtful Sound (Cook vond het 'twijfelachtig' of er genoeg wind zou staan om er door te varen) vinden we te duur, zeker omdat je door de wolken niets van de omgeving kan zien.
Dus zitten we terug achter het stuur op weg naar Kinloch, Glenorchy. De bergen wijken uiteen en de weg gaat door plateaus met tussock-gras, langs valleien en rivieren tot we in de verte Lake Wakatipu zien. Dit meer loopt helemaal door tot Queenstown, waar ook de bergen ons terug gezelschap houden, en daarna verder naar Glenorchy. Het blijft ons verbazen hoe fel blauw het water ziet en de ruige bergen die het omringen versterken dit nog meer.

In Queenstown, een levendig stadje (wat wil je ook anders: het bungee jumpen is hier uitgevonden) waar een gezellige drukte heerst, doen we eerst een McWifi (we hebben ondertussen een klantenkaart van het McCafe voor een McCapuccino) en vervolgens doen we inkopen in een van de twee superettes die er hier zijn (en die behoorlijk prijzig zijn): hoewel het de grootste stad in de verre omgeving is, heb je hier immers geen supermarkt. We eten onze bokes op met zicht op het meer en de bergen en wanneer we in Kinloch aankomen, regent het terug. We slapen nog eens in een bed komende 2 nachten en dat is ideaal want het giet heel de namiddag (en nacht): deze namiddag slapen we wat bij, zien we een filmpje in de videolounge, nemen we een bad (wat geleden is van in Thailand), ...

Dag 165 staat er een rustdag op het programma, maar wanneer we wakker worden en we merken dat de zon schijnt, kiezen we er toch voor om vandaag al in actie te schieten (en staan we met veel moeite op van ons heerlijke bed): we trekken de bergen in om een deel van de Routeburn Track te wandelen voor het terug begint met regenen. De bergen, die zich nu niet meer verstoppen achter de wolken, zien er imposant, prachtig en veelbelovend uit! Om een idee te hebben: we wandelen vandaag door Isengard, Lothlorien en Amon Hen en hebben zicht op de Misty Mountains (nee, we zijn geen Lord of the Rings superfans, onze wegenatlas vermeldt ook alle filmlocaties, daarmee zijn we zo goed op de hoogte).

De Routeburn Track loopt helemaal tot in Fiordland (waar we ook een deel ervan hebben gewandeld tot Key Summit) en ook hier, in Mt Aspiring National Park, start de weg goed verstopt in het bos waar hij kronkelend de rivier volgt. Het duurt niet lang tot we de eerste swing-brug passeren (die hier niet zo stevig vasthangen als bij Mt Cook en behoorlijk wiebelen) terwijl de weg stijgt & daalt & weer stijgt & ... In het bos zitten ook heel veel vogeltjes waarvan de Robin (een bolletje op 2 stekkepootjes) onze favoriet is. We passeren een riviervallei die ons even uit het bos brengt en een 1e zicht geeft op de impossante bergen rondom. We hebben al 1u40 gewandeld wanneer we de eerste hut tegenkomen en vanaf hier draaien we de volgende berg op, nog steeds door dicht bos en langs swingbruggen. De weg stijgt ook meer en meer waardoor we, wanneer we een stuk zonder bomen passeren (lawine 1994), een geweldig zicht krijgen op de vallei die we zojuist gepasseerd zijn en de bergen die nog op ons wachten. Weer een uur verder komen we aan Falls Hut die naast enkele bulderende watervallen ligt. Een steile klim langs de rotsen en de waterval brengt ons tot boven de boomgrens naar een brede vallei waar de 'gusty' wind die men voor die dag voorspeld heeft, vrij spel heeft (brrr). Het uitzicht op de vallei is prachtig en heeft een groot meer van waaruit de rivier vertrekt in een grote waterval naar beneden. Ondertussen wordt het al laat, het is 15u en moeten nog een heel stuk terug wandelen, maar we besluiten toch nog even door te zetten naar Harris Saddle dat volgens 2 voorbijgangers nu vlakbij is. Wauw, wat een zicht levert dit op: langs de ene kant ligt Fiordland (met Milford Sound in de verte), langs de andere kant de besneeuwde toppen van Mt Aspiring en achter ons de brede vallei die we juist gepasseerd zijn. We beklimmen nog een klein stuk van Conical Hill (voor een nog groter panorama), maar om 15u20 is het echt wel tijd om terug te keren. Het is een lange terugtocht en na 8u30 wandelen zijn we heel blij dat we terug bij het beginpunt zijn en dat er een bed en een bad op ons wacht (i.p.v. in de auto te moeten slapen).

Auw. De volgende morgen doet alles pijn en kunnen we amper stappen. Gelukkig is de eerste stijfheid er snel uitgelopen (we manken al niet meer) en we recuperen met een luie ochtend in Kinloch en een koffietje met zicht op het meer en de bergen. 's Middag rijden we terug naar Queenstown en we hebben een spiegelei als lunch: energie opnemen want dapper als we zijn, zolang het niet regent, gaan we toch nog even terug de bergen in. We nemen de gondola voor een schitterend uitzicht over Lake Wakatipu en de bergen en de stad, doen een ritje op de rodelbaan en wandelen daarna richting de top van Ben Lomond. De klim is vermoeiend (dat hadden we eigenlijk wel kunnen verwachten) en start in een donker dennenbos vol met rode paddenstoelen vol met witte stippen (we hebben een Hans & Grietje gevoel). Boven de boomgrens hebben we een fenomenaal zicht op alle bergen en valleien in 4 kanten rondom ons. Of we de top bereikt hebben, weten we eigenlijk niet, maar het vooruitzicht van regen en het ontbreken van wegwijzers doen ons omkeren. Hierna hebben we wel een warme chocomelk verdiend en 's avonds eten we een grote hamburger met lekkere frietjes bij Fergburger. En ondertussen is het gestart met regenen...

Gelukkig verandert het weer hier snel: wanneer we de volgende ochtend Queenstown verkennen schijnt de zon terug en is het heel warm (we waren voorzien met fleece en k-way). We lopen nog wat door de gezellige winkelstraatjes en vinden (tot Lies haar opluchting) schoenendeo. Na een capuccino gaan we terug op pad, verder noordwaarts richting Wanaka.

Nieuw Zeelandse dierenpret

Dag 158 rijden we van Twizel naar Dunedin waar we eerst kort het stadje bekijken dat nog veel Victoriaanse gebouwen heeft, zoals het prachtige station. We drinken nog een theetje tot het 16u is, want dit is het moment dat het strand in actie komt ...
We rijden daarvoor naar Otago, het schiereiland aan Dunedin, via een weg langs de baai die vlak naast het water loopt en waar veel 'kerstboom'-bomen - de officiele naam ontglipt ons - nog in bloei staan met felrode bloemen. We gaan naar Sandfly Bay dat is genoemd naar het rondvliegende zand en gelukkig niet naar de gelijknamige bijtende vliegjes (wat we eerst vreesden). Het strand en de duinen zijn prachtig, het zonnetje schijnt en het is aangenaam warm en bovendien zijn we hier in de thuisbasis van de geeloog pinguin. Al gauw ontdekken we ook enkele andere bewoners: zeeleeuwen!

Een zeeleeuw ligt te slapen op het strand en wordt wakker geschrikt telkens er een golf tot bij hem rolt. Al snel komt er een tweede aangezwommen om zijn tamme vriend wat te porren. We wandelen voorzichtig voorbij (we willen immers niet gebeten worden), maar de tweede zeeleeuw glijdt terug het water in en lijkt ons te volgen ... en af en toe komt hij op gelijke hoogte met ons het water uit. We zijn er zelfs van overtuigd dat hij ons aankijkt! We blijven dan stil staan, klaar om weg te lopen indien nodig. Zo ver komt het gelukkig niet: na enkele keren aan wal te zijn gekomen, zwemt hij verder door naar zijn makkers verderop op het strand.

En dan gebeurt het ... op minder dan 30 meter van ons loopt er een pinguin vanuit de zee het strand op richting duinen! We hurken neer zodat we hem niet afschrikken en kijken gefascineerd toe. Hij loopt wel grappig met zijn staart die op een eendegat lijkt - naar achter uitstekend - waardoor hij nog meer waggelt.
Wanneer hij weg is, gaan we naar zijn sporen kijken in het zand. Er lopen er nog verscheidene andere: dit lijkt een ideale plek om ons in de duinen te verstoppen en te wachten ... en jawel, er komt er nog een tweede aangewaggeld op minder dan 20 meter van ons! Wauw!!

Daarna wandelen we verder richting de hideout, maar ons pad wordt geblokkeerd door 3 actieve zeeleeuwen waar we niet voorbij durven. Lies zet zich op een boomstam om toe te kijken ... en verschiet! Op amper 2 meter ligt er een vierde zeeleeuw te slapen. In camouflage, want zijn huid heeft dezelfde kleur als de boomstam waar hij naast ligt. We gaan dan terug naar onze eerste schuilplaats, maar er komen geen pinguins meer: er staan immers 3 Aziaten midden op het strand, daar waar de pinguins aan land komen, te wachten: dommeriken. Nu durven de pinguins immers niet meer uit het water te komen.

Wat een heerlijke en wonderbaarlijke namiddag. En het is nog niet gedaan, want 's avonds gaan we op zoek naar de blauwe pinguin op Pilot Beach. Blauwe pinguins komen hieraan land wanneer de nacht valt (21u schatten we in). Ze verzamelen zich eerst in de zee, waar ze heel de dag eten hebben gevangen voor hun partner en jong(en). De pinguins komen dus in groep aan land, drogen dan een 10-tal minuutjes op voor ze de duinen opklimmen naar hun hol. Hun partner en jong(en) beginnen dan te roepen zodat ze hen kunnen terugvinden.

Dat klinkt veelbelovend en als we ons dan tussen de duinen op de grond zetten, kan het zijn dat ze vlakbij ons passeren. Maar ... de voorbije dagen kwamen de pinguins vrij laat aan land en ook wij wachten en wachten ... tot het eigenlijk te donker is om veel te zien. Wanneer de pinguins komen aanzwemmen, zie je enkel een zwarte vlek en opspattend water. We zien ze echter nietnaar de duinenkomen en moeten wachten tot een tweede groep pinguins arriveert (het is dan al 22u30). Plots horen we een krakend geluid/gebek vlakbij ons en onderscheiden we 2 mini zwarte wezens op 1.5 meter van ons (dus daarom benadrukte men dat we moesten opletten om er niet op te stappen: zo klein waren ze). Wanneer we terug naar de auto lopen, passeren we nogeen mini pinguin die hard aan het roepen/kraken is naar zijn partner.
Een beetje teleurstellend omdat het zo donker was, maar toch een heel merkwaardig en geslaagde avond.

Dag 159: we keren terug naar Pilot Beach, maar deze keer op zoek naar albatrossen. Voor 45 dollar pp kan je ze van dichtbij bestuderen, wat we wat prijzig vinden. We wandelen naar de kliffen waar we ook in de verte enkele albatrossen zien vliegen en 1 scheert er vlak boven ons voorbij. Verder zijn er ook veel meeuwen te zien (zoals gewoonlijk) en ook aalscholvers (spotted shag). Enkele dagen later ontdekken we dat we ook van vlakbij een variant van de albatros hebben gezien en dat zonder er 45 dollar voor te betalen.

's Middags rijden we terug naar Dunedin op zoek naar Tunnel Beach, dat we vrij snel vinden dankzij onze uitstekende navigatietalenten :-) .Door de weien wandelen we naar de rand van de kliffen die groots en prachtig zijn. Ze zijn zacht gepolijst door wind en regen en doen ons denken aan de Great Ocean Road: er is een Arch, Apostelen, ... Via een met de hand uigehouwen tunneltje kan je tot het ingesloten strand geraken waar de kliffen hoog boven ons uitsteken. Heel indrukwekkend! Terug boven wandelen we nog naar de rand van de klif waar we hoog boven de zee staan en de wind om ons heen blaast.

We vervolgen onze weg en kiezen de Southern Scenic Route richting Catlins. We kamperen in Newhaven vlak naast de baai, waar we een grote zeeleeuw (of was het zeeolifant) zien slapen.

Dag 160 starten we in Nugget Point: 'de weg naar de vuurtoren, met aan beide kanten een diepe afgrond naar de woeste oceaan, is adembenemend en met het zicht op verticale rotsformaties waar de golven tegenaan beuken'. We kunnen het zelf niet beter formuleren. We zien er ook veel vogels: aalscholvers, pijlstormvogels en een grappige witte vogel, naam onbekend.

De Southern Scenic Route volgt verder kust en regenwoud (misschien dat hier daarom heel de dag regent) en we stoppen bij Curio Bay waar bij laagtij de overblijfselen te zien zijn van 180 miljoen jaar oude 'gefossiliseerde' bomen uit het Jura-tijdperk (de dino's dus). De boomstammen lijken versteend en eengeworden met de rotsen daar.
Tot onze verbazing zien we verderop 2 zwart-witte vlekken op 1 van de rotsen ... ja, het zijn onze vrienden de geeloogpinguins! We vinden het raar dat we ze op deze tijd zien (14u), maar misschien raakten ze de rots niet meer goed af o.w.v. het laagtij? Of blijven ze uit de koude zee omdat ze aan het ruiven zijn (dat ze in een bepaalde tijd van het jaar doen)? In ieder geval kunnen we ze hier van heel dichtbij bekijken en we kijken dan ook gefascineerd toe hoe ze zich gedragen: ze zijn heel lenig en buigen hun hoofd/bovenlichaam naar alle kanten heel diep, ze krabben zich met hun bek, we zien hoe de ene de andere pinguin voedt en de kleinste pinguin laat 2x zien hoe ze naar het wc gaan.

Onze weg gaat vandaag tot Invercargill (een nietszeggend stadje, maar het grootste van heel deze regio). We zeggen de Catlins vaarwel en kijken uit naar het wilde, groen en ruige Fiordland.

Nieuw-Zeeland: wondermooi begin van het Zuidereiland

Waneer we op 17 januari wakker worden merken we dat er iets is veranderd. Al gauw valt het ons op: het is windstil. De woelige baai die anders vol witte schuimende golfkopjes staat is nu kalm en blauw. En dat is maar goed ook want vandaag nemen we de ferry naar het Zuidereiland en daarbij passeer je de woelige Cook Strait. Hoewel het eerste uur aan Wellingtonbaai de grote boot nog vrij hevig op en neer gaat, is het nadien rustig op het water en in Cook Strait en kan Lies ook genieten van de overtocht. Zeker het stuk aan Marlborough Sounds was de moeite: bosgroene eilandjes tegen een donkerblauwe zee.

In Picton nemen we de afslag naar Abel Tasman. De meeste wegen in NZ zijn kronkelwegjes: ze volgen de grillige kuststroken en baaien (wat prachtige uitzichten geeft) of slingeren de bergen op (eveneens met prachtige panorama's) - tunnels kennen ze hier blijkbaar niet (we zijn er nog maar 1 gepasseerd, uitgehouwen in de rots). Het rijden vraagt veel concentratie en is zo best wel vermoeiend. Richting Abel Tasman passeren we bergen, wijngaarden en baaien zonder water in, de boten liggen er op het droge. We slapen in Marahau, op Old MacDonald's Farm tussen de kippen en de lama's. Deze laatste gelukkig wel achter draad.
De volgend ochtend krijgen we de uitloper van een tropische storm over ons: gietende regen. Onze kanotocht door het nationale park wordt afgelast. Jammer want Abel Tasman zou met zijn goudgele stranden en baaien een van de mooiste nationale parken van NZ zijn. We zullen maar denken dat we op deze manier tenminste niet worden aangevallen door de zandvliegen die hier wonen.
Op de weg terug naar Picton staat er nu wel water in alle baaien: de getijdenverschillen lijken hier enorm groot te zijn. We nemen de Queen Charlotte Drive waarbij je alle eilandjes van de Marlborough Sounds ziet liggen ... voor zover ze niet in de regenwolken hangen.

Wat is een goede bezigheid wanneer het regent? Inderdaad, wijn proeven! In Blenheim. We kiezen er een sauvignon blanc uit van Miha en we gaan ook nog langs Villa Maria en Saint Clair. Het wijn proeven in Barossa in Australië vonden we wel leuker: in NZ kan je maar een 3tal wijnen uit hun gamma proeven en we vinden ze ook niet zo lekker hier.
's Avonds slaan we onze tent op (lees: de jucy crib ombouwen tot bed) bij een kabbelend riviertje met eenden en heuvels met schaapjes. Het regent nog steeds wanneer we gaan slapen.

Wanneer we op dag 153 naar Kaikoura vertrekken is de zon terug van de partij en de weg is prachtig: een heldere hemel, strogele bergen en af en toe frisgroene wijngaarden. Ertussen verschijnt een felblauwe zee en we vervolgen de weg langs de kust. In de namiddag wandelen we langs het schiereiland: heen via de kliffen met aan de ene kant weiland, koeien, schapen, lavendelvelden en in de verte de alpen (met hier en daar wat sneeuw op) en aan de andere kant prachtige baaien en de zee - terug gaan we via het strand en passeeren we zo langs enkele zeehondenkolonie's. We kunnen de 'pelsrob' (furseal) van op enkele meters afstand bestuderen: fantastisch! We letten er wel op dat we niet te dicht komen, deze beestjes durven ook wel eens te bijten. Wanneer we aan de laatste baai zijn, merken we echter dat we niet langer door kunnen: na 3u wandelen is het vloed geworden en de baai is afgesloten. Er zit niets anders op dan langs een van de steile klifwanden omhoog te klimmen. Stoer he. Gelukkig waren er blijkbaar al vele voorgangers geweest, want er was een soort van trapje gevormd naar boven. Anders had het iets te steil geweest en hadden we helemaal moeten terugwandelen.
's Avonds eten we langs de strandweg en staat er lekkere crayfish (kreeft) op de menu. We genieten en hebben er een prachtig uitzicht bij: de mooie baaien en langs de andere kant heuvels met schapen.

20/1 gaat om 6u15 de wekker af, er staat immers een walvistocht op het programma. De regen heeft ons echter ingehaald en omdat de zee te woelig is, is de tocht van 's morgens uitgesteld (voor niets dus zo vroeg opgestaan). Er volgt een rondhang-ochtend van koffie drinken, winkelen, en naar de kapper gaan. Tim zijn nieuwe coupe is toch wel wat anders...
's Middags meldt men bij de walvis-tour een 'strong motionsickness warning'. Lies ziet het echt niet zitten om 3u ziek op een boot te zitten, dus beslissen we spijtig genoeg om voorlopig niet naar de walvissen te gaan zien. Binnen een 3-tal weken zijn we hier wel terug in de buurt en kunnen we het nog eens proberen. En anders is er nog een mogelijkheid in Argentinie.

Vroeger dan verwacht rijden we dus door richting Christchurch, namelijk naar het schiereiland Banks Penninsula en het stadje Akaroa. Dit is een vulkanisch schiereiland en we nemen de Summit Road die helemaal langs de kraterrand gaat. Daar is echter niet veel meer van te merken, allemaal weien met schapen nu. We hebben er wel een mooi zicht op het schiereiland en de baaien. Akaroa is een gezellig en ouderwets dorpje beneden aan de baai waar de Fransen hun sporen hebben achtergelaten: Franse vlaggen, een boucherie, ... Gelukkig is er ook een tankstation want tijdens de rit omhoog op de krater sprong het benzinelampje hele tijd aan en het was nog een lange rit terug naar de bewoonde wereld.
Ook hier is het weer niet optimaal, maar de baai lijkt rustig en we wagen ons aan een dolfijn-trip. Toch rollen we over 3m hoge golven (Lies is voorbereid met 2 touristils, acustraps en gembersnoepjes) op zoek naar de zeldzame hectordolfijn. Deze zijn donkergrijs en amper 1m20 lang. We vinden er 5 (dus toch niet voor niets dat we de golven (en zeeziekte) trotseren): een moeder met baby (wat vrij uitzonderlijk is) en 3 anderen die rond en onder de boot zwemmen en gekke sprongen boven de golven maken.
's Avonds slapen we in Christchurch (sinds lange tijd nog eens in een bed, heerlijk), maar eerst hebben we een slaapzak gekocht voor Lies ('s nachts kan het hier behoorlijk koud worden en binnenkort trekken we de bergen in), een McAngus gegeten en een parkeerboete gekregen (die we toch niet moeten betalen dankzij Tim zijn goede argumentatie).

22/1 laten we de kust achter ons en trekken we de groene bergen van McKenzie in. We zijn goed bevoorraad want we vermoeden dat we volgende dagen niet veel winkels zullen zien. De weg gaat langs frisgroene velden vol schapen (dat hebben we al vaak geschreven), lammetjes en af en toe ook koeien. Al gauw wordt de vegetatie minder en verschijnen in de verte de eerste hoge bergen.
Onze eerste stop is aan het ijsblauwe Lake Tekapo, met het pittoreske Good Shepard kerkje vlak ernaast. De kleuren en de bergen op de achtergrond zijn prachtig en we trekken weeral veel te veel foto's.
Lake Pukaki is al even schitterend en aan Peter's Point zien we al een eerste glimp van de gletsjers aan Mt Cook. Een klein stukje maar want de top ligt in de wolken.

Aan Mt Cook, Unesco, wandelen we naar de Tasman gletsjer en zijn onder de indruk: de lookout laat langs de ene kant de brede vallei zien met in de verte Lake Pukaki en aan de andere kant het einde van de 600m dikke gletsjer (dat onder steenpuin ligt en amper te herkennen is) en het gletsjermeer met ijsbergen in - en we zien voor onze ogen een vers stuk afbreken van helblauw ijs. We passeren langs de Blue Lakes, een veel voorkomende naam hier maar deze zijn echter groen, en daarna langs een gletsjerrivier met ijskoud water. Het laatste stuk gaat langs een bergwand met steenafval achtergelaten door een gletsjer.
's Avonds slapen we in Glentanner vlaak naast Lake Pukaki met op de achtergrond de Mt Cook, dat met meer dan 3700m de hoogste berg van NZ (en omstreken) is.

Wanneer we 23/1 opstaan schijnt de zon volop, maar de top van Mt Cook ligt nog altijd in de wolken. We wandelen de Hooker Valley Track die ons eerst langs de Mueller gletsjer brengt en dan over 2 swingbridges. Wanneer we in de buurt van Stocking Stream zijn, horen we opeens een soort gedonder/geraas. Op de gletsjer van Mt Cook zien we een sneeuw? ijs? stof? -wolk: er is zojuist een stuk van de gletsjer afgebroken! Na 2u20 wandelen (op een rustig tempo want we zijn vandaag allebei wat ziek) komen we aan bij de terminus van de Hooker Gletsjer waar er ook nog ijsbergen drijven (waaronder een in de vorm van een schildpad). Op de terugweg zijn bijna alle wolke gestegen en zien we Mt Cook en de indrukwekkende gletsjers bijna volledig liggen. Helaas blijft de piek in de wolken.
We zouden graag nog wat wandelingen hier doen, maar we zijn helemaal op en rijden al door naar Twizel waar we vroeg in ons bed kruipen. De volgende morgen voelen we ons terug wat beter en laten we de bergen achter ons. Al gauw rijden we terug door groene plateaus (jawel, met schapen) en langs enkele gigantische stuwmeren tot we ook die achter ons laten wanneer we terug de kust volgen naar Dunedin.

Nieuw Zeeland: vulkanisch Noordeiland

Op dag 144, na ons avontuur in de Waitomo grotten, rijden we richting Rotorua (wat we een heel toepasselijke naam vinden). Glooiende heuvels maken plaats voor kleine bergen en bos en voor ... een rotte ei-geur (ROT-orua). We bevinden ons immers op de Thermal Explorer Highway: een nog actief vulkanisch gebied. Gelukkig hadden we een inside tip (waarvoor dank, Elke, Koen en Nils): de camping bij Blue Lake is heel mooi gelegen en bovendien geurvrij. Ideaal! Alle meren in de omgeving zijn trouwens van vulkanische oorsprong: kraters, valleien geblokkeerd door lava, ... ‘s Nachts en ‘s ochtends is hier hier al behoorlijk koud, dus voor het eerst sinds onze trekking in Nepal, haalt Lies haar thermisch ondergoed terug boven. Overdag wanneer de zon schijnt is er echter niets van te merken: het kan brandend heet zijn en de zon heeft hier heel veel kracht.

Rotorua is gelegen aan een groot meer en wanneer we door de stad wandelen ontdekken we tussen de huizen, alsof het de gewoonste zaak is, dampen, borrelende meertjes (met een geel kleurtje), ... Vooral in het Kuirau park, waar nog maar enkele jaren geleden een explosie was, is er veel te zien en te ruiken.
Na een tijdje te hebben rondgelopen tussen alle borrelende poelen en dampen, hebben we er even genoeg van en gaan we frisse lucht opzoeken: we nemen het Doppelmayr-liftje de berg op ... om te rodelen. En dat met zicht op het meer. Na een leuke en snelle middag denken we nog wat te ontspannen in de hot baths in de stad. Het was inderdaad lekker warm (43 graden), maar helaas ook lekker onwelriekend. Aan het Blue Lake, ofwel Lake Tikitapu, wandelen we nog wat vooraleer we onze avond afsluiten met een lekkere bbq (heel welriekend).

Dag 146 rijden we verder op de Thermal Explorer Highway richting Taupo. Er zijn hier een aantal vulkanische parken en we bezoeken er een van: Wai-o-Taupo Thermal Wonderland. Ook hier bereiken de geur en de dampen ons vooraleer we het park betreden. Het is een ferm gebied waarbij je vanalle geothermische wonderen van nabij kunt bekijken: een metershoge geiser, kraters met dampen en zwavelafzettingen of met kokende, pruttelende modder of met water in verschillende kleuren (mooi blauw en groen tot geel, oranje en gifgroen), sintelterassen, ... En ze hebben allemaal een leuke naam gekregen zoals Devil’s Bath, Devil’s Inktpot, Champagnepool, ...
Nadat we genoeg gekeken en geroken hebben (we plannen nu ook een wasdag voor onze kleren) rijden we verder richting Taupo. Onderweg stoppen we nog bij de Huka Falls waar de Waikato-rivier uit Lake Taupo geboren wordt: een enorme massa water van het helderste blauw wringt zich aan een enorme snelheid in een smalle kloof naar beneden. Indrukwekkend! Daarna komt het meer in zicht met op de achtergrond de bergreuzen – of beter vulkanen - van het Tongariro National Park (UNESCO): ook al indrukwekkend en onze eindbestemming voor vandaag. Eerst vullen we nog onze voorraad aan in de plaatselijke supermarkt, morgen wacht er ons immers een grote dag en dat vraagt lekkere hapjes ...
Via de Vulcanic Loop Highway rijden we de bergen in richting Tongariro NP en krijgen we Mt Ruapehu, Mt Tongariro en Mt Ngauruhoe (beter bekend als Mt Doom) van dichtbij te zien: donkere zwart-bruine bergen en vulkanen die boven alles uitsteken. We slapen in Whakapapa Village, morgen trekken we de bergen in!

Na een koude en zeer korte nacht (om 6u ‘s ochtends gaat onze wekker af) en na een lekker warm havermoutpap ontbijt beginnen we eraan: 19,4 km (en een extra beklimming van Mt Ngauruhoe) van de Tongariro Alpine Crossing. Volgens de Lonely Planet de mooiste wandeling in NZ.
We starten in Mangatepopo op 1100m en zijn goed ingeduffeld, want het is nog behoorlijk koud. Het landschap is heel grillig met veel losse rotsen en stenen (van oude vulkaanuitbarstingen), alles bruin/zwart en trossen riet en gras (voor de rest groeit er niet veel) verdwijnen hoe hoger we klimmen.
Er volgt een eerste steile klim van Soda Springs naar South Crater: zwaar maar het uitzicht is groots. We beklimmen Mt Ngauruhoe (Mt Doom) tot we enkel nog zwarte lava onder onze voeten hebben. Mist, het moeilijke pad en de tijdslimiet (een shuttle brengt ons ten laatste om 17u terug naar het dorpje) doen ons halverwege terugkeren, er wachten immers nog 15 zware km's op ons. We wandelen door de enorm grote en kale South Crater, die eigenlijk geen krater is, maar ooit is uitgesleten door een gletsjer. Ondertussen groeit er niets meer, enkel nog rots, stenen en zand - bruin, zwart en rood. Er volgt een 2e steile, moeilijke klim want losse stenen en zand doen ons vaak ons evenwicht verliezen. Maar we staan nu op de top van Red Crater (rood door lava restanten), het hoogste punt van onze tocht (1886 m). De grond hier voelt warm aan en er stijgen her en der dampen op en met vlagen een vieze geur ... Deze vulkaan is nog steeds actief! Het uitzicht is weer adembenemend en een mooie beloning na al dat zwoegen: langs de ene kant Mt Doom en South Crater, langs de andere kant de Emerald Lakes en de valleien diep beneden in het dal.
We zijn nu meer dan 4u onderweg en zitten echter nog steeds niet in de helft. Gelukkig gaat het van nu af bergaf (hoewel Tim heel raar maar waar liever klimt): eerst steil en glijdend in losse stenen en zand richting de Emeralds Lake en Blue Lake, daarna golvend en zichzaggend de heuvel af waar er ondertussen terug vanalles groeit (grassen, mos, bloempjes, bessen). We passeren nog Hot Springs (met zwavelgeur) en oude lavastromen terwijl we een prachtig zicht krijgen op Lake Taupo ver onder ons. Hoe lager we dalen hoe hoger de grassen en alpenvegetatie worden. De laatste kilometers wandelen we lager dan 1000m in een dicht bos, waar het behoorlijk warm is - heel anders dan de start aan de andere kant van deze bergreuzen.
De wandeling was heel vermoeiend maar ongelooflijk sjiek en prachtig. Dit vieren we met steak, stretch-oefeningen en tijgerbalsem.

De volgende ochtend (met aangevroren ruiten) zijn we een beetje stijf en staat er een lange rit richting Wellington op het programma. We rijden eerst nog naar het skigebied van Whakapapa dat gelegen is aan Mt Ruapehu, de enige berg van Tongariro die we niet tijdens de Alpine Crossing hebben bewandeld. De rotsen zijn er donker bruin/zwart (we lopen immers rond in Mordor) en de sneeuw die nog op de toppen ligt, maakt een mooi contrast. We doen er een korte wandeling om de stijfheid uit onze spieren te krijgen en zetten ons vervolgens terug achter het stuur richting Okahune. Daar hebben we lunch met een view aan de achterkant van Mt Ruapehu: genieten.
Een rit tussen weien en bergjes (met het formaat van heuvels, maar dan met spitse toppen - de bergen hier zijn zo jong dat ze nog niet verweerd zijn door wind en regen) brengt ons naar een camping in Otaki Beach, alias Blankenberge - de mensen die er rondlopen toch. Het strand is hier wel veel mooier dan de Belgische versie :-)

Om naar Wellington te rijden, kiezen we de weg via Upper Hut. Tot onze verrassing brengt dit ons via een klein bergwegje, ingegraven in berg en bos, dat langzaam in niemandsland naar boven kronkelt. We houden een korte tussenstop in Kaitoke Park (Rivendell) dat mooi gelegen is tussen bossen en riviertjes. We komen superlatieven te kort voor dit mooi en gevarieerd land.

In Wellington, waar een serieuze bries staat, bezoeken we het Te Papa museum, wandelen we langs hun mooie baai en nemen we het trammetje de berg op naar de Botanische Tuin. We zijn blij dat we pas op 17/1 de ferry nemen want de volgende dag lijkt er nog meer wind te zijn en worden we op het marktje en daarna op Mt Victoria bijna omver geblazen. Daarna volgen we de kust weg langs de baai die prachtig en winderig is, net als de wandeling in Te Kopahau. Baaien met helderblauwwater, hoge wilde golven en zwarte rotsen (immers vulkanisch) eningesloten door bergen. De zeehonden die je er in de winter vindt, zijn er vandaag echter niet.

Nu hopen we dat de wind gaat liggen en dat het morgen rustig is op de ferry richting Zuidereland.

Nieuw-Zeeland: van Auckland tot Waitomo

Het is dag 135 en met een half uur vertraging kunnen we opstijgen richting Nieuw-Zeeland! Vaarwel Australië en hopelijk ook vaarwel regen! In de luchthaven staat er een lange rij aan de paspoort controle en customs: onze keukenkruiden mogen binnen maar bij onze schoenen trekken ze toch even hun wenkbrauwen op. Al goed hebben we onze zware stapbotinnen al vanuit Thailand naar huis opgestuurd, anders hadden we ze waarschijnlijk daar moeten achterlaten. Het is ondertussen al middernacht en er staat een lange rij bij de luchthavenshuttle. Dan maar een taxi delen met 2 Duitsers en 2 Zweden. Om 2u arriveren we in Auckland en naar goede gewoonte slapen we eerst goed uit voor we de stad in trekken.

Auckland, City of Sails, is helemaal omgeven door water en dit levert prachtige foto's en mooie wandelingen. We passeren een haventje dat ons aan 'het eilandje' (maar dan gezelliger) doet denken en waar we gezellig iets eten, we verkennen de haven per boot, bezoeken het vulkanisch eiland Rangitoto waar felblauw water en wit zand mooi afsteken tegen de zwarte rotsen, nemen de ferry naar Devonport, ... Naast alle wateractiviteiten willen we ook graag naar het tennis gaan kjiken, Wickie komt hier immers haar titel verdedigen. Na een lange zoektocht (we worden van hier naar ginder gestuurd) blijken er echter geen tickets meer te zijn. Jammer, want als wij zouden supporteren, had ze zeker de finale gewonnen ;-)


Ook hier in Nieuw-Zeeland plannen we een rondreis met een soort van campervan. Omdat er tijdens de kerstvakantie niets meer vrij is, besluiten we toch al maar een auto te huren zodat we de westkust van Auckland kunnen verkennen. We rijden eerst langs Mt Eden: Nieuw-Zeeland is een heel nieuw land en er is hier nog overal veel vulkanische activiteit en Mt Eden is daar een overblijfsel van, een grote krater in het midden van de stad. We hebben er ook een weids zicht op de stad met het water langs alle kanten errond.
Vervolgens trekken we naar de Waitakere Ranges. Dit is een prachtige kuststreek met vulkanische rotsen die grillig afsteken tegen de bossen, het strand, de duinen en het helmgras. De meeste stranden hier hebben ook zwart zand, heel speciaal. We bezoeken Te Henga of Bethells Beach, Piha en Karekare: afgelegen stranden midden in de natuur. Ook The Piano en Xena zijn hier al eens gepasseerd. In Piha verblijfen we in een prachtig hostel met een kabbelend beekje in de tuin, zicht op de bergen, strand vlakbij ... wat is het leven toch heerlijk.

Op 7/1 mogen we onze Jucy Crib oppikken. Hij is wat kleiner dan verwacht en stinkt naar kuisproduct, maar we kunnen nu wel onze rondreis starten. Onze eerste bestemming is Coromandel, een schiereiland met idyllische stranden en baaien, helderblauw water, een limestone kust met groene heuvels en bossen in het achterland. We volgen de Pacific Highway die langs de kust slingert en het ene prachtige panorama na het andere biedt (in tegenstelling tot de Grand Pacific Drive in Australië).
We slapen (voor schandalig veel geld want het is hoogseizoen) in Cooks Beach en de volgende morgen trekken we vroeg op pad naar Cathedral Cove. Deze wandeling brengt ons langs en op de kliffen waar de panorama's wederom prachtig zijn. Bovendien staat de Pohutokawa, de Nieuw-Zeelandse kerstboom, in bloei waardoor ze een dieprode gloed hebben. Cathedral Cove is ontstaan waar het water in de limestone rots een grote doorgang heeft gemaakt en daardoor lijkt het op het gewelf van een kerk. Ondanks het vroege uur voelen we de zon al branden, dus we trotseren dapper het koude water. De stroming is hier echter enorm sterk dus na enkele grote golven beslissen we toch al om aan de terugtocht beginnen met Hot Beach in het vooruitzicht. Op enkele plaatsen op dit strand wordt het water 2 km onder de grond verwarmd door vulkanische activiteit en als je bij laag tij een put graaft, kun je dus genieten van een warm bad ... Te warm wat ons betreft: volgens de infoborden kan het water tot 60 graden worden. Snel maar terug afkoelen in de zee dan, tot we kwallen ontdekken en toch maar beslissen te zonnen op het strand voor de rest van de middag.

's Avonds rijden verder zuidwaarts richting Te Ahore. Onze volgende bestemming ligt immers vlakbij en heeft zoals vele plaatsen hier een naam in K3-taal: Matamata. Daar gaan we richting Midden Aarden: Hobbiton. We mogen er helaas niets over vertellen, maar we kunnen al wel zeggen dat binnenkort de film 'the hobbit' er aan komt, dus er was best wel veel te zien. Bovendien was het prachtig gelegen: glooiende heuvels in een stralend zonnetje vol schaapjes zover je kan zien. We hebben ook de lammetjes mogen eten geven en kwamen zo tot de ontdekking dat ze juist zo voelen als onze mat thuis in Wilrijk.

Na onze lunch (met schaapjes op de achtergrond) rijden we richting Waitomo in The King Country. 's Avonds verkennen we al Ruakuri waar we wandelen doorheen wouden, tunneltjes en grotten vol glimwormen, daar staat deze regio om bekend. De volgende dag verkennen we deze grot in een binnenband. We worden volledig ingepakt in een wetsuit met knielappen: sokjes, een overal, een vest en daarbij nog botjes en wanneer we de eerste keer onze band uittesten buiten de grot, weten we waarom: het water is ijskoud. In de grotten drijven we, klimmen en klauteren we en springen we 2x (achterwaarts met de band) van een watervalletje terwijl boven ons ontelbare glimwormen het plafond doen oplichten en ons de weg naar buiten tonen.
's Avonds rijden we naar Rotorua waar de rotte ei-geur ons al tegemoet komt ... wordt vervolgd.

Wist je dat in Australië

Wist je dat in Australië ...

we ons ticket naar Nieuw-Zeeland vervroegd hebben omdat het maar bleef regenen. Toen we ons vorige verhaal posten gingen we er dus vanuit dat er niet meer veel te vertellen zou zijn omdat ons Australisch avontuur bijna ten einde was... We konden ons niet minder vergissen.

Op 27/12 regent het nog steeds wanneer we naar Brisbane rijden en Geert uitwuiven op de luchthaven.We verzetten ons ticket naar NZ (na weer een heel gedoe, enkele uren en 160AUD) naar 01/01/11 en draaien terug richting Bundaberg om er schildpadden te zoeken. We zijn opgetogen: het lijkt er echt op dat Geert de regenwolken heeft meegenomen want we zien voor het eerst sinds lange tijd weer blauwe lucht. Na een half uurtje rijden moeten we helaas onderkennen dat we ons wel ergvergist hebben: het is grijs en het regent en het ziet er niet naar uit dat het snel zal ophouden. Dit betekent echter ook dat de schildpadden er deze avond wel zin in hebben om te nesten ...
Vol verwachting rijden we (via een omweg want een stukje van de weg in Bundaberg is ondergelopen)naar Mon Repos, waar het 's nachts nog pikkedonker is en waar elk jaar wel 400 schildpadden hun eitjes komen leggen.Terwijl de regen nog steeds met bakken uit de hemel valt wachten we en wachten we ... totom 21u30groep 5 al aan de beurt is. Wetende dat je er ook tot 24u kan zitten wachten is dit dus een grote meevaller. Bovendien is het bijna gestopt met regenen wanneer we in het donker het strand op lopen. We mogen geen licht maken want dat desorienteert de schildpadden en schrikt ze ook af. Wanneer ze haar nest gegraven heeft mogen we komen kijken hoe ze eitjes legt. Onze schildpad is 92cm groot en nog maar 32 jaar oud. Het is het 2e jaar dat ze komt om te nesten. Daarvoor is ze hier 30 jaar niet geweest. De kleine schildpadjes printen immers (op basis van de horizon) de plaats in waar ze geboren worden en pas wanneer ze volwassen zijn komen diegene die overleven terug om er zelf eitjes te leggen. Dit zijn er helaas niet veel: veel schildpadden sterven door visvangst of omdat ze in Azie als een lekkernij worden beschouwd. Wanneer alle eitjes, 77 in dit geval, gelegd zijn, maaktze heel zorgvuldig het nest weer toe. Meestal zijn schildpadden tot 2u bezig op het strand, maar de onze was een snelle, want 45 min later looptze al terug naar dezee waar we ze uitwuiven.
Daarna bekijken de onderzoekers of ze het nest niet moeten verleggen. Het ligt immers vrij dicht bij de vloedlijn dus bij storm is de kans groot dat het vernield kan worden. Er wordt dus een nieuw nestgegraven en wij mogen helpen om de eitjes, die op pingpong balletjes lijken, naar boven te dragen. Hetis een wonderbaarlijke avond en heel speciaal om de schildpadden van zo dicht bij te mogen meemaken.

28/12 Na een korte nacht staan we op met regen. Onze tocht naar Carnarvon Gorge blazen we maar af gezien de regen deze anders ook al moeilijk berijdbare weg wel ontoelaatbaar zal hebben gemaakt. We gaan op weg naar Caloundra (250km onder Bundaberg) en geraken tot ... Childers (40km onder Bundaberg). Bruce Highway is ondergelopen en afgesloten en ze adviseren iedereen terug naar Bundaberg te keren. Wij kiezen er echter voor om hetvia een omweg te proberen en draaien het binnenland in. Kort na Childers moeten we nog door een grote plas, maar daarna lijkt de weg wel ok. Onderweg zien we veel ondergelopen weien en wel erg snel stromende beekjes. Via Ban Ban Springs draaien we af naar het zuiden om na 100 km van Childers ... weer vast te zitten. Deze keer is er wel een heel groot stuk van de baan ondergelopen en niemand durft er door te rijden. Terug omdraaien dus. We hebben nog 1 andere weg om naar Caloundra te geraken, maar gelukkig staat er hier al bij aanvang van de weg aangegeven dat hij is afgesloten zodat we niet heel ver moeten terugdraaien. De enige optie is terug naar Childers terwijl het nog altijd aan het regenen is.
In Childers merken we dat alle verkeer in het dorp geparkeerd is en aan het afwachten is. We zijn blij dat we niet naar Bundaberg zijn gegaan want ondertussen zegt het nieuws dat de kans groot is dat men daar ook zal moeten evacueren. Het lijkt echter wel een nacht in de auto te worden want in Childers zullen alle hotels/hostels/motels wel al vol zitten. We rijden toch nog maar even naar de versperring om te kijken hoe het ondertussen zit. Ze vertellen ons niet veel buiten het feit dat we moeten terugdraaien. Wanneer de auto gedraaid is, komt erechter juist een gezette Australier aan die heeft gehoord dat de weg open is. We zetten ons dus snel aan de kant en wachten af... En 5 min later, ondertussen is het al 17u 's avonds, kunnen we toch naar Caloundra vertrekken. Jeeeej. Het is nog best een zware rit want hetregent nog steeds en het is er vroeg donker, maar we zijn heel blij dat we in Caloundra zijn.
In Caloundra... regent het, wat had je gedacht. Dus hebbenwe veel tijd omhet rondreizen in NZ voor te bereiden en om koffietjes te drinken, naar de cinema te gaan, ... in dit gezellig strandstadje.

30/12lijkt het eindelijkte zijn gestopt met regenen. We spenderen dus toch nog een voormiddag op het strand alvorens naar Brisbane te rijden waar waarempel de zonschijnt! Het is een leuke stad, maar ze kan toch ook niet op tegen Melbourne en Sydney. 's Avonds spreken we af met onze reisgenoten uit Vietnam die zeggen dat ze nog nooit zo'n slecht weer hebben gehad in de zomer endie ons enkele leuke plekjes en cafeetjeslaten zien.
31/12 is het nog steeds goed weer (inderdaad, moeilijk te geloven) en luieren we aan South Bank enin het park aan de haven/rivier. Ons oudjaaretentje houden we in het Belgian Beer Cafe en daarna gaan we bij 20 graden naar het vuurwerk op het water kijken. Heel wat gezelliger dan de ijskoude temperaturen aan de Schelde!

1/1/2011 is het tijd om afscheid te nemen van Australie. Het regent weeral en hoewel we nog veel meer van dit land hadden willen zien, zijn we toch blij dat kunnen verder reizen. Met alle regen en overstromingen konden we immers niet veel doen eneen vliegtuigticket richting zuiden was veelte duur in de piek kerst/zomerperiode.
We zien jullie bij de kiwi's!

Wist je dat in Australië

  • 22 miljoen mensen wonen (dat is 2x België) op een oppervlakte van 7,5 miljoen vierkante kilometer (dat is meer dan 200x België).
  • we voor het eerst in 104 dagen terug onze tanden poetsen met kraantjeswater.
  • we voor het eerst in meer dan 3 maanden terug zelf koken (gekookte aardappelen, champignonnenroomsaus, peekesstoemp, bbq, ...).
  • de peekes & erwtjes van de Aldi uit ... België komen.
  • ze overheerlijke cappuccino's/koffie maken.
  • vegemite, het nationaal beleg,niet te eten is.
  • lamington heel lekker is - dat recept moeten we zeker bemachtigen.
  • auto's stoppen voor voetgangers (wat heel raar is als je uit Azie komt).
  • het links rijden niet zo moeilijk is als het gebruik van de richtingsaanwijzers (die aan de andere kant van het stuur staan).
  • niet enkel strenge invoer-regels gelden bij aankomst, maar dat je ook doorheen het land quarantaine zones hebt waar geen fruit of groenten mogen worden binnengebracht.
  • hotel vaak café betekent ... maar soms ook gewoon hotel: heel verwarrend.
  • er oneindig veel sterren aan de hemel te zien zijn: prachtig!
  • de mieren nog groter zijn dan in Azië (en daar waren ze al gigantisch).
  • Lays hier nog gewoon Smiths chips noemt (en gemaakt wordt van Zuid-Australische patatjes).
  • McDonalds overal McCafé's heeft (met hun lekkere koffies en Lamington).
  • je overal gratis water krijgt.
  • er nergens Australian Home Made ijs te vinden is ... wel Nieuw-Zeelands ijs, Deens, ...
  • ze leuke namen verzinnen voor hun straten: great ocean road, grand pacific drive, great alpine road, princess highway, duke highway, bruce highway, captain Cook highway, sunshine motorway, Steve Irvin highway.
  • ze echter niet al te vindingrijk zijn want ook hier heb je een Grand Canyon, Brisbane Eye, London Bridge, Liverpool, ...
  • je geen alcohol kunt bestellen op kerstdag, tenzij je ook eten besteld.
  • in Queensland in 100 jaarniet zoveel regen is gevallen.

Down Under in de Tropen: van Cairns tot Brisbane

Dag 120: Op 17/12 nemen we het vliegtuig in Sydney en 3u later (met 1u tijdsverschil) landen we in Cairns. Tropical Queensland - the sunshine state, doet zijn naam alle eer aan. Het is er ongelooflijk warm (geen wind vanuit Antarctica hier), met palmstranden, paradijselijke eilanden, de zee in de mooiste tinten blauw en turquoise, nemo's en schildpadden, suiker- en theeplantages, tropisch regenwoud ... maar ook stingers (dodelijke kwallen), zoutwater krokodillen, zoetwater krokodillen, slangen, muggen, en over spinnen willen we niet nadenken (Lies is al heel tevreden dat ze in Sydney geen trechterspin heeft gezien).
In Queensland volgen we de kust van noord naar zuid, deze keer niet met een Toyota Hiace Campervan, maar met een Toyota Corrolla. De campings ruilen we in voor hostels (helaas niet allemaal even proper) en studio's.

We starten onze trip via Captain Cook Highway in Port Douglas, een gezellig kuststadje ten noorden van Cairns. Het is er zeer warm en vochtig en het zeewater geeft 33 graden aan. Zwemmen in zee kan, maar dan in een met netten afgebakend deel zodat er geen stingers/kwallen in kunnen (hoewel de kleinsten er volgens onze reisgids wel doorheen kunnen ... maar die zijn hoewel zeer pijnlijk, niet dodelijk: wat een opluchting).
Vlakbij is er een Wildlife Habitat waar je in een stukje regenwoud tropische vogels kan bekijken, krokodillen en natuurlijk ook koala's en verschillende soorten kangoeroes (grijze, rode, mini, boomkangoeroe). Heel toeristisch, we weten het, maar we kunnen toch niet naar Australie gaan en geen koala knuffelen of kangoeroes te eten geven?! De koala is zeer koddig, weegt meer dan verwacht en hoewel hij heel scherpe klauwen heeft, is daar niets van te merken. Lies vindt dat ze hem veel te snel moet teruggeven. Het is ongelooflijk dat koala's in een enorm tempo verdwijnen en dat er hier bijna niets voor wordt gedaan. Hoewel dit land gigantisch is met enorm veel natuur, wordt er blijkbaar toch veel teniet gedaan voor landbouw e.d. Hopelijk grijpt men op tijd in want we willen niet dat deze beestjes verdwijnen.
Het regenwoud in Queensland is UNESCO en in Daintree gaan we op jacht naar krokodillen en cassowaries. Het regenwoud doorwandelen (veilig van op een boardwalk) is heel spectaculair, op sommige plekken heel donker, maar buiten de vele spinnenwebben en af en toe een bush kalkoen hebben we geen spectaculaire vondsten gedaan.

De dag erop trekken we naar Cairns waar ze vlakbij de kust een enorme artificiele lagune hebben om in te zwemmen: stinger-vrij en de frisse duik is zeer welkom. Het is moeilijk te geloven dat het hier zo warm is terwijl het in Victoria (waar we ons Australie-avontuur gestart is) gesneeuwd heeft in de bergen!
Vanuit Cairns trekken we onze stingerpakken aan (heel flaterend) om het Great Barrier Reef te verkennen. We krijgen een basis in scubaduiken voor we Reef in trekken en kunnen daarna dit prachtige fenomeen van dichtbij bewonderen: haaien (mama's wees gerust: het waren geen carnivoren), Nemo's, reuze-oesters, koraal, reuzevis Wally, zeekomkommer, .... De 2e keer mogen we vrij rondzwemmen met het duiken en dit vinden we superleuk!

Vervolgens hebben we een lange rit voor de boeg richting Airlie Beach. We hebben er een goede dag voor uitgekozen want het regent en regent en regent. Het is ook een culinaire hoogdag: een cappucino drinken in een McCafe en 's avonds staat er kangoeroe op het menu. Airlie Beach is onze uitvalbasis om rond te cruisen in de prachtige Whitsunday Islands, een postkaartbestemming! In de voormiddag is de zee nog vrij wild en we komen wat Lies betreft niets te vroeg aan op Whitehaven Beach voor een BBQ in paradijs. Daarna gaan we nog een keer snorkelen in het Great Barrier Reef waar een school blauw/gele vissen ons nieuwsgierig komt bekijken en ons ook een tijdje volgt. We zijn er ook achtergekomen dat wanneer vissen eten, ze best wel luide smakgeluiden maken. In de buurt van de boot zwemt een grote lelijke zwarte vis waar we helaas voorbij moeten om terug op de boot te geraken...

23/12 en we zijn nog steeds niet in Kerstsfeer. Het blijft veel te warm. Ook deze dag is helaas een regendag, dus kiezen we ervoor om een heel stuk zuidelijker te rijden en we belanden in Agnes Water. Vanaf hier beginnen terug de surfstranden dus onze jongens kunnen eindelijk eens tonen wat ze in hun mars hebben... Een andere keer want ze hebben precies toch wat plankenkoorts.
Nadien krijgen we te horen dat we er goed aan hebben gedaan zo ver te rijden: er is een cycloon op komst in Cairns, het blijft regenen en de weg naar het zuiden is afgesloten door overstromingen.

Kerstavond starten we 's morgens op het strand met zonnen en zwemmen, heel irreëel. 's Middags rijden we naar Bundaberg, thuis van de schildpadden die er hun eieren komen leggen. Helaas houden de schildpadden ook een kerstfeestje en kunnen we niet gaan kijken. Dan maar ons kerstmaal inkopen: barbie vlees en groentjes voor op het strand. We vinden het nog steeds irreëel en wanneer we 's avonds aan het strand van Bargara bbq-en voelt het helemaal niet als kerst. Wel een Belgisch sfeertje want de hemelsluizen zijn opengezet. Gelukkig staan we wel min of meer droog, maar onze fles Langmeil wijn houden we toch maar voor op hotel terwijl we op het balkon naar de regen luisteren. Vrolijke Kerstfeest!

Kerstdag spenderen we in Noosa. Het duurt een tijdje voor we verblijf vinden want iedereen viert Kerst en alle recepties zijn gesloten. Het is een familiedag en de toeristen moeten hun plan maar trekken. Wanneer we dan toch een hostel vinden dat open is, is het weer aan het regenen... Het houdt ons echter niet tegen het Nationaal Park te verkennen en we hebben chance: een koala ligt te slapen in een eucalyptusboom, ongestoord naast het strand en naast de baan. Wat een mooie dieren he!

Onze laatste stop voor we Brisbane aandoen is Caloundra. Geert is volgens ons al in een veel te Belgische bui want het weer blijft Belgisch: regen (hoewel het buiten aangenaam warm blijft). Het is zijn laatste dag dus hij kan er niet meer onderuit en hij waagt zich eindelijk op een surfplank, met wisselend succes. De Glass House Mountains zijn veel te mistig, dus we keren snel terug om ons gereed te maken voor Geert zijn laatste avondmaal. Hopelijk neemt hij morgen de regen mee terug naar Belgie.