Los Chicos door Argentinië
Los Chicos, want dat zijn wij hier. Een keer wordt Tim nog eens Caballero genoemd, maar meestal is het heel amicaal 'los chicos'.Argentinië is enorm groot en uitgestrekt en meestal reizen we 's nachts met de bus. Deze zijn best wel comfortabel: brede zetels die bijna helemaal plat kunnen en met voetensteun, films (niet altijd even goed helaas), eten en drinken op de bus, wifi, ... We zijn er ondertussen ook achtergekomen dat het avondmaal op de bus pas rond 22u geserveerd wordt, dus sindsdien zijn we voorbereid met lekkere hapjes - de toast en granenkoeken die je bij de thee krijgt, trekken immers op niet veel & je krijgt ze ook als ontbijt en op de middag, dus dan ben je ze echt wel beu. Brood en facturas (koffiekoeken) zijn hier droog en zoet, Lies moet er niet veel van hebben. Je vindt hier natuurlijk wel overalvleesjes, meestal op de gril of parilla en ze hebben overal lekkere wijnen, even duur als water, en het bier is ook wel ok. En wanneer je een fruitsap bestelt, krijg je die altijd in een groot glas vers geperst, mmm.
Dag 220 behoort tot een van de minst leuke dagen op onze reis: we spenderen heel de dag op het vliegtuig of in de luchthaven. Om 8u15 start onze dag in Ushuaia (waarbij een groep Belgen voorsteekt bij het inchecken) en om 10u stijgen we op naar Buenos Aires, maar met een tussenlanding in El Calafate. Om 12u stijgen we daar op, om rond 15u zonder lunch te landen in Buenos Aires. Gelukkig heeft Lies altijd eten bij (dan word je minder snel reisziek), zodat we toch iets te eten hadden op het vliegtuig. Om 19u stijgen we op naar Iguazu ... dat wordt 19u25 - 20u - 20u45 - en om 21u staat er 'ask agent', die natuurlijk aanvankelijk nergens te vinden is. Er blijkt een storm te zijn, misschien wordt onze vlucht afgelast ... Maar opeens komt de supervisor afgestormd om met de piloten te praten en om 22u stijgen we toch op. Lies vreest al goed ziek te worden als we moeten vliegen in een storm, maar er valt niets van te merken en rond middernacht zijn we eindelijk op onze bestemming:Puerto Iguazu.De ijzige wind hebben we achtergelaten in Ushuaia, in de plaats hangt er een vochtigheid die tropische gebieden kenmerkt. En wij hebben het natuurlijk veel te warm in onze winteroutfit.
Een van de eerste dingen die opvallen hier in vergelijking met Patagonië, zijn de Indiaanse invloeden (in de mensen, in de straten, de souvenirs, ...). Patagonië was veel Europeser (of toch
Spaanser). Ook in Salta (en in mindere mate San Juan en Mendoza) is de Indiaanse invloed overal zichtbaar.
Vanuit Puerto Iguazu vertrekken we naar deIguazu Fallsen wanneer we aan het nationaal park arriveren, zien we meteen 10tallen vlinders en enkele exotische vogels. Later komen daar
ook toekans bij, schildpadden, rupsen, neusbeertjes (coatis), spinnen, .... De aapjes hebben we niet gezien, maar daar zijn we niet rouwig om!
We nemen eerst de sendero superior die ons bovenaan de watervallen brengt. Vlak onder ons bulderen ze naar beneden. Over heel de breedte van de rivier, tot aan de grens met Brazilië, zien we het
water naar beneden donderen. Vaak is de basis van de waterval verstopt onder al het omhoog spattend water, waardoor er een dikke nevel lijkt te hangen. En wanneer de zon doorkomt, verschijnen mooie
regenbogen. De sendero inferior brengt ons naar de voet van de watervallen, waar ze nog gigantischer lijken en nog harder bulderen.
Daarna nemen we de trein en een lang padje over het water (waar ze waarschuwen voor slangen) naar het hart van de watervallen: Garganta Del Diabblo (the devil´s throat). De lookout bevindt zich
vlak boven en naast de plaats waar 1.8 miljoen liter water per seconde naar beneden dondert, de canyon in. Het geluid is oorverdovend en het uitzicht kan niet indrukwekkender zijn: de reusachtige,
hoefijzervormige waterval, de mistige rivier en de canyon waar nog meer watervallen neerstorten.
We besluiten ook een kijkje te nemen vanaf de andere kant van de rivier en daarvoor moeten we de grens over, naarIguacuinBrazilië(met weer een mooie stempel in ons
paspoort).We komen er minder dicht bij de watervallen, maar hebben wel een beter overzicht. Bij een boardwalk is de kracht van het opspattend water zo enorm dat we kletsnat worden. Ook hier veel
vlinders en nog meer neusbeertjes die bovendien ook agressiever zijn.
's Avonds ontdekt Lies een bewoner van dit tropisch klimaat: een dikke tarantula op maar 5m van onze slaapkamer! Stress! Gelukkig zit ze er nog wanneer we terugkeren van het diner zodat een
hoteljongen ze kan doden ... Toch nog een rustige nacht voor Lies, maar 's ochtends toch nog wel even de schoenen nakijken.
Dag 223 nemen we om 11u de bus naarSalta, zo´n 1500km westwaarts. Een buswissel + 3 films + 3 eentonige toastmaaltijden en 1 warme (oef) kip met puree om 22u07 + 1 nacht verder arriveren we in Salta.Na onze busrit van 23u, gaan we al kort de stad in op zoek naar een auto en eten. Er heerst een heerlijk zacht klimaat (niet vochtig en tropisch, dus geen tarantula´s) en we bezichtigen Iglesia San Francisco, Convento San Bernardo en Plaza 9 de Julio voor we een lange siësta houden.
De volgende dagen verkennen we de omgeving met de auto (Chevrolet Corsa). Eerst rijden we zuidwaartsValles Calchaquíesdoor, richtingCachi: de weg start met een 1.5 uur durende klim
tot Abra Piedra del Molino op 3457m! De weg slingert de berg op en ondanks de hoogte en het zacht klimaat, blijken we hier in een woestijngebied te zitten. Het is er stoffig en niet alleen de
rotsen hebben een roze kleur, ook de rivier voert roos water mee. Al gauw verschijnen ook de eerste cactussen van Cuesta del Obispo ... even later staan er 100en op alle bergwanden. Hoe hoger we
klimmen, hoe groener(olijfgroenig)de omgeving terug wordt en wanneer we de top passeren, wacht ons een (bruine) rotsige hoogvlakte. De vlakte van het nationaal park Los Cardones is enorm en staat
vol cactussen. Ze wordt omringd door nog hogere bergen en in de verte zien we al de Nevada del Cachi (6380m) liggen. Voor we daar zijn passeren we een volgende hoogvlakte waar opnieuw alles rozig
lijkt: de bergen, het stof, de rivier, ... We dalen maar een beetje af totCachi: een wit stenen, stoffig en gezellig dorpje aan de voet van de berg.
We kiezen een andere route om terug te rijden naar Salta, de RN 40 richting San Antiono de los Cobres en van daaruit RN 51 naar Salta. RN, ruta national, dus we starten onbezorgd aan onze tocht. We
rijden een stukje terug de roze hoogvlakte door, maar draaien daarna noordwaarts en we doorkruisen de ene na de andere woestijn/roze bergen/roze rivier -vallei. De weg is al lang niet meer
geasfalteerd en kronkelt door bergen en langs of over (correctie: door) de rivier. We geraken maar traag vooruit en onderweg komen we her en der een eenzaam huis tegen. We passeren het enige dorp,
La Poma, en als we dachten dat de weg er tot nu toe niet goed bij lag, dan kunnen we het vervolg enkel als verschrikkelijk omschrijven. Al gauw houden we onze adem in wanneer de rivier die we door
moeten wel erg diep wordt en terwijl we langzaam stijgen, wordt de weg smaller, steniger en slechter. We durven het niet luidop zeggen, maar we vragen ons af wat gedaan als we vast komen te zitten:
we zitten immers in niemandsland, op kilometers afstand van de bewoonde wereld. We vorderen amper, maar we zijn opgelucht wanneer we eindelijk wegdraaien van de rivier. De opluchting is echter maar
van korte duur: de weg wordt erg steil (de motor wordt erg warm en we moeten nog zeker 1000m stijgen), is erg smal en wordt erg modderig ... en erg verlaten. We rijden ook niet meer door de roze
woestijn, maar de bruin-groene berg op. Ook wij voelen ondertussen de hoogte. De avond begint langzaam te vallen en hoewel de top dichterbij komt, vragen we ons af hoe de weg er nadien bij zal
liggen. Geraken we nog voor het donker naar RN51 die geasfalteerd zou moeten zijn? Om 17u12 bereiken we eindelijk de top op 5061m en het uitzicht is prachtig. We kunnen zelfs tot de zoutvlaktes
kijken die kilometers verder liggen. We zijn heel opgelucht dat we aan de afdaling kunnen beginnen en nog opgeluchter wanneer blijkt dat de ´weg´ er goed bij ligt. Onderweg komen we nog guanaco's
tegen met jongen en ook lama's, koeien en paarden. Het laatste stuk weg loopt rechtdoor door de hoogvlakte waardoor we terug wat snelheid kunnen maken en rond 18u bereiken we eindelijk RN 51.We
hebbenAbra Del Acayoverleefd!
We zijn echter nog steeds op grote hoogte, maar kunnen nu viaQuebrada Del Torovlot en relaxt afdalen naar Salta deze beige canyon door. Ook hier zijn de bergen en ravijnen
prachtig, maar we zijn te moe om er echt van te genieten. Er volgt nog een laatste stuk onverharde weg, een politiecontrole (die lang in ons paspoort moesten zoeken naar hun stempel) en eindellijk
Salta. Een dag die we niet snel zullen vergeten!
Dag 226 rijden we Salta uit via het noorden: langs Jujuy, door deQuebradaDe Humahuaca naar Tilcara. Ook hier slingert de weg de bergen in en de pas over, maar ipv roze woestijn rijden we onverwacht
door een groene jungle. Groene wouden bedekken alle bergen rondom ons en we dalen af naar een lieftallige groene vallei. We hebben ook 2 Argentijnse lifters bij die ons in Argentijnse stijl
bedanken met een kus (ahum).
Voorbij Jujuy rijden we door de prachtige en kleurrijkeQuebradaDe Humahuaca: we volgen ook hier een roze rivier, eerst nog langs groene velden vol gele bloemen, nadien verschijnt
er ook hier een rozige woestijn met cactussen. We stijgen de bergen in (veel vlotter dan gisteren, oef) totTilcara,waar we Pukara bezoeken: pre-Inca ruïnes prachtig gelegen op een
heuvel tussen cactussen en omringd door roze, dramatische bergen. De terugweg gaat via de autostrade langs de pampa en we leveren onze auto op tijd in ... met toch wel wat barsten en blutsen bij
die gelukkig niet opgemerkt worden!
De laatste dag bezoeken we Salta: we nemen de teleférico naar Cerro San Bernardo (een groene heuvel met watervalletjes, een grotesk beeld van Jezus onze Redder en een mooi uitzicht op de stad), nemen een kijkje in de San Fransisco kerk en bezoeken het Museo de Arquelogio de Alta Montaña waar we een goed beeld krijgen van hoe de Inca´s leefden. We zien er ook 2 bijna perfect bewaarde mummies van 2 kinderen geofferd en levend begraven op de hoogste bergen. Indrukwekkend en griezelig.
Reacties
Reacties
Geniet, Geniet!
Gisteren was het hier stralend weer. Vandaag tien graden frisser... Wanneer kunnen we jullie terug verwachten?
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}